Het college van B&W ziet in dat er in samenwerking met een Chinese regio economische kansen liggen. China is een grote en interessante markt voor Weerter bedrijven. De gemeente is hierin waardevol geweest door de contacten te faciliteren tussen bedrijven en de Chinese markt. De lijst met argumenten tegen een voortzetting van de samenwerking is langer. De economische resultaten die geboekt zijn, zijn nauwelijks tastbaar. Echt concrete resultaten zijn er niet. Daarnaast zijn er nogal wat spanningen met China op het gebied van mensenrechten, (digitale) veiligheid en geopolitiek. Ook het verloop van Covid-19 (in China) draagt niet bij aan een stabiele lange afstandsrelatie. Ook heeft Weert besloten om zich te heroriënteren op samenwerkingen dichterbij, met Midden- en Noord-Limburg, Belgische buurgemeenten, Noord-Brabant en de EUregio Rijn-Maas-Noord.
Dertien bezoekjes brachten ambtenaren van de gemeente een bezoek aan Yuhang. Altijd was daar de burgemeester bij aanwezig. De reis richting Weert werd door Chinese ambtenaren zeven keer gemaakt. Ook blijkt uit de evaluatie de blijdschap van de bekendheid die Weert heeft gekregen met de poging tot het verkrijgen van een Alibaba-distributiecentrum op Kampershoek 2.0. Ook al mislukte die missie, het heeft voor een hoop bekendheid gezorgd voor het bedrijventerrein.
De relatie tussen China en Westerse landen is een bijzondere. Die relatie staat steeds verder onder druk. Discussies over de geopolitieke situatie, mensenrechten-, veiligheids- en milieukwesties zorgen daar voor. Ook het VN-rapport van spetember 2022 onderschrijft deze kwesties. Ondanks dat de Rijksoverheid sschrijft dat juist op lokaal niveau wel resultaten behaald kunnen worden in de dialoog, laat Weert die dialoog aan zich voorbij gaan.
Op 7 juni neemt de gemeenteraad een besluit over het wel of niet verbreken van de onderlinge relaties. Omdat de overeenkomst voor die periode al stilzwijgend zou worden verlengd, heeft het college haar standpunt wel al laten weten aan Yuhang. Ook Weerter ondernemers, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Provincie Limburg zijn op de hoogte gebracht van het besluit.