De vier lokale erfgoedverenigingen in Nederweert hebben zich
in een open brief tot de gemeenteraad gewend. Het gaat hier om de Heemkundevereniging Nederweert, stichting de Aldenborgh, stichting geschiedschrijving Nederweert en stichting regionaal archeologisch bodemonderzoek. In de brief schrijven ze aan de gemeenteraad dat er nieuwe voorbeelden zijn van plekken waar het Nederweerter erfgoed definitief wordt aangetast. Zij schrijven over de uitgevoerde werkzaamheden in de Burgemeester Hobusstraat in Nederweert. Er zouden middeleeuwse gebouwresten en sporten van een historische dorpsgracht verwoest zijn.
De verenigingen schrijven samen dat bij de graafwerkzaamheden, onder regie van de gemeente Nederweert, deze voorgenoemde zaken verwoest zijn. Ondanks dat het gemeentebestur ingelicht was over de historische waarde van de ondergrondse resten. Voor de verenigingen worden deze zaken toegevoegd aan het rijtje met ook de vernieling van de WOII-aspergestelling in Hulsen en de sloop van het monumentaal en dorpsbeeldbepalend pand Alda in de Kerkstraat.
Een gemeente moet nadenken over hoe zij omgaat met erfgoed. Dat staat in de wet. Voor de erfgoedverenigingen is het ondenkbaar dat de huidige situatie Nederweert vooruit helpt. Zoals zij schrijven: "Van inwoners uit Zuid-Limburg kan immers geen voeling met het Nederweerter efgoed noch koppeling met de lokale verenigingen die in Nederweert met erfgoed bezig zijn verwacht worden. Op dit moment wordt het advies over erfgoed uitbesteed bij de gemeente Leudal.
De verenigingen concluderen dat het nog steeds niet goed gaat met de gemeentelijke zorg voor het Nederweerter erfgoed. "Die zorgen gaan niet over beleid maarover een niet-functionerende uitvoeringspraktijk waarbij de gemeente zich niet houdt aan de zichzelf opgelegde wettelijke procesafspraken, en waar niet gehandhaafd wordt en de rol van de erfgoedcommissie is gekortwiekt."
Komende dinsdag wordt er in de raadsvergadering over gesproken.